13 januari 2006

De sfeer Malpertuis

Een bericht van Danny Keuppens (artistieke en zakelijke leiding theaterMalpertuis)

Wie gaf ons de spons om de hele horizon uit te vegen? Wat hebben we gedaan, toen we deze aarde van de zon loskoppelden? In welke richting beweegt ze zich nu? In welke richting bewegen wij ons? Weg van alle zonnen? Vallen we niet aan één stuk door? En wel achterwaarts, zijwaarts, voorwaarts, alle kanten op? Is er nog wel een boven en beneden? Dolen we niet als door een oneindig niets? Voelen we de adem van lege ruimte niet in het gezicht? Is het niet kouder geworden?
(Friedrich Nietsche, De vrolijke wetenschap)

Er was eens, héél lang geleden, een tijd waarin de televisie nog niet bestond. De mensen stonden bij elkaar op straat of zaten bij elkaar rond de Leuvense stoof. De mensen praatten met elkaar. Over de straat. En wat er daar gebeurde.
Toen kwam de televisie. De mensen begonnen minder met elkaar praten. En als ze het deden, hadden ze het over de televisie. En wat er de avond daarvoor op de televisie te zien was. En dat was eigenlijk de hele wereld.
En binnenkort hebben we dus allemaal, laten we ons daar geen illusies over maken, digitale televisie. Ik hoor de mensen al bezig op de trein:
- Gisterenavond Lost gezien?
- Nee, daar ga ik vanavond naar kijken.
- Maar vanavond komt Desperate housewives!
- Ja? Dat zie ik dan in het weekend wel.
- Ah... Maar dus gisterenavond in Lost...
- Nee, nee, niet zeggen, dan verraadt ge alles.
Einde gesprek.

Ja, een mens moet er zijn weg in vinden, in de wereld van vandaag. En hij doet dat het liefste alleen. Ten minste, dat is mijn ervaring. Als ik vroeger met iemand sprak die ook – zij het soms op een heel andere manier - met theater bezig was, had ik altijd het gevoel dat we het uiteindelijk over hetzelfde hadden. Nu steeds minder. Als ik nu naar iets ga kijken, kan ik mij soms echt afvragen: waar zijn die mee bezig? En dat gevoel heb ik nog meer als ik met die theatermakers praat of interviews met hen lees. Ik heb de indruk dat we allemaal in de eerste plaats eigenzinnig, persoonlijk, uniek willen zijn. Dat is één van de weinige dingen die we nog gemeen hebben. Ge kunt dat interessant vinden. Ik vind het ook beangstigend.

Ik lees Sferen van Peter Sloterdijk (voor degenen die dat pretentieus vinden: ik kom er rond voor uit dat ik na een week nog niet verder geraakt ben dan de inleiding).
Het uitgangspunt van Sloterdijk is dat de vraag naar ons 'waar' zinvoller is dan ooit, zinvoller dan die naar ons 'wat'. Hij richt zich op de plaats die mensen creëren om te kunnen zijn die ze zijn. Die plaats geeft hij de naam 'sfeer'. De sfeer is het intieme, ontsloten, gedeelde ronde dat mensen bewonen, een ruimteschepping die als immuunsysteem werkt. Van in het begin zijn de mensen wezens geweest die ronde werelden (bollen) creëren en naar horizonten kijken.
Vandaag echter is die ronde wereld in crisis. In deze tijd van mondiale markten en media met uitstulpingen in het virtuele woedt een wereldoorlog van levensvormen en informatiewaren. Waar alles middelpunt geworden is, bestaat geen geldig middelpunt meer. Waar alles boodschappen verstuurt, gaat de vermeende centrale afzender in de wirwar van die boodschappen verloren. Wat overblijft, is een spel van voortdurende vernietiging en herschepping van sferen. Het archetype van de wereld die we vandaag bewonen is dan ook niet langer niet langer de bol, maar het schuim. In structureel opzicht is er niet zozeer sprake van een globalisering, als wel van een verschuiming.
Hoe kan een mens leven in een verschuimde wereld?
Volgens Sloterdijk moeten we leren leven met voortdurend verschuivende perspectieven en afzien van het drogbeeld van één allesoverheersend gezichtspunt. De meeste wegen leiden niét naar Rome – dat is de situatie die wij Europeanen onder ogen moeten zien. Denken in het schuim is navigeren op labiele stromen.
Sloterdijk ziet zijn werk als een eerste stap in die richting: hij wil een aantal metaforen aanreiken - schuim, ophopingen, sponzen, wolken, wervelingen,... - om de vragen die de tijd ons stelt – vragen naar binnenwereldvorming, samenhangschepping en immuniteitsarchitectuur - te lijf te gaan.

Binnenwereldvorming.
Samenhangschepping.
Immuniteitsarchitectuur.
Het zijn hoogdravende woorden, ik weet het, maar laat ik vandaag maar eens overmoedig zijn en stellen dat het mij met Malpertuis in wezen daar om te doen is.

Wat is Malpertuis op dit moment?
Een aantal individuen met zeer uiteenlopende temperamenten – Bob De Moor, Jurgen Delnaet, Johan Knuts, de leden van Tonic, ikzelf en nog een paar enkelingen - die zich verenigd hebben rond enkele uitgangspunten die verband houden met theater: de zoektocht naar een eigentijdse vorm van volkstheater, de centrale plaats van de acteur, een plaats in de marge, de onrust in de hedendaagse samenleving.

Wat wordt Malpertuis in mijn stoutste dromen?
Een aantal individuen – veel meer dan de hierboven vermelde, iedereen is welkom – die elkaar vinden in een gemeenschappelijke, intuïtief aangevoelde kijk op de wereld en zich daardoor gesterkt weten.
Een sfeer die iets groter en iets steviger is dan de gemiddelde schuimbel.

Is dat een zéér naïeve gedachte?

1 Comments:

Anonymous Anoniem said...

Amen

Met veel minder woorden, en een kind van mijn tijd zijnde:
Individualisme is de vrucht van de strijd voor vrijheid. Het hoeft geen doemscenario te zijn.
Zolang er een gemeenschappelijke geest heerst, bestaat er een natie. 1 natie bestaat niet uit 1 slag mensen. 1 gezamenlijke gedachte creëert wel samenhorigheid.
Is het niet precies dat wat we moeten nastreven?

22 januari, 2006 19:40  

Een reactie posten

<< Home