19 januari 2006

Omgaan met een groot verlies



Liv Laveyne (De Morgen) sprak met Michaël Pas en Pepijn Caudron over Vincent.Arthur.Marcel.:
Een enorme plastiek is over de scène gespannen: daarop witte transparante klodders. Een sneeuwlandschap? Jackson Pollock? "Het is eigenlijk vaseline," zegt acteur Pepijn Caudron, "maar je moet de voorstelling nu niet meteen vastpinnen op 'een stuk over homo's'." Vincent.Arthur.Marcel van theater Malpertuis is de eerste toneelbewerking van de succesvolle debuutroman van Philippe Besson, Bij afwezigheid van mannen (2002). Michaël Pas en Pepijn Caudron spelen de jong geliefden Arthur en Vincent.

Het verhaal speelt zich af in Parijs in 1916. De zestienjarige Vincent leert er op één week tijd de liefde en het afscheid kennen aan de zijde van de jonge soldaat Arthur en de oude schrijver Marcel. Besson maakte er een Bildungsroman in de beste traditie van. 'Bij afwezigheid van mannen' herinnert aan Thomas Manns Dood in Venetië en Marcel Proust A la recherche du temps perdu. De oude schrijver Marcel is trouwens Bessons onverholen ode aan Proust.
Bessons debuut katapulteerde de Franse auteur meteen naar ongekende hoogten. Zijn schrijfstijl wordt vergeleken met die van Marguerite Duras: beschouwend maar met zoveel oog voor detail dat het geringste voorwerp ademt. Een criticus schreef dat Besson als de beste weet de empathie van zijn lezer op te wekken. Dat was ook regisseur Piet Arfeuille niet ontgaan die als eerste Bessons werk op de scène brengt. Ondertussen is de auteur ook zelf begonnen met een theaterbewerking van zijn boek Nazomer geïnspireerd op het schilderij Nighthawks van hyperrealist Edward Hopper. Zijn tweede roman Son frère werd in 2003 succesvol verfilmd door Patrice Chéreau.

Mierenneuken
Oorspronkelijk zou Arfeuille in zijn eentje de roman tot speelbaar materiaal omwerken. Maar na een eerste samenzit met acteurs Michaël Pas, Pepijn Caudron, Koen van Impe en Tania van der Sanden besloot hij dat een gezamenlijke bewerking zoveel rijker zou zijn. Maar dat bleek niet altijd even tijdeconomisch. "We hebben een dag lang gepalaverd over het verschil tussen 'zorgeloosheid' en 'onverschilligheid'. Sommigen zouden dat mierenneuken noemen, maar die discussies waarbij je elkaar en je personages beter leert kennen, waren essentieel," zegt Caudron. Hij speelt het hoofdpersonage Vincent die het verhaal reconstrueert dat zich heeft afgespeeld in zijn puberteit: "Als verteller moet ik het publiek door een geschiedenis gidsen en anderzijds moet ik die herinnering induiken in het moment zelf en die scène gespeeld krijgen. Dat is een opgave want de meeste theaterstukken volgen een simpele narratieve lijn: de eerste zin wordt gezegd en al wat volgt is een reactie daarop." Bessons taalgebruik is poëtisch maar tevens heel afstandelijkheid. Vormde dat een rem op het spelen? "Het is verrijkend als je naar jezelf kunt kijken van op een afstand," vindt Caudron. "Ik ben nu dertig jaar en eigenlijk mag ik dat niet vergeten als ik deze voorstelling speel. Ik moet niet doen alsof ik zestien ben. In die zin is Bessons taal zeer bruikbaar: ik moet de leefwereld van een zestienjarige spelen met de branie van een dertigjarige. Dat is een moeilijk evenwicht waarnaar ik lang heb moeten zoeken en het is pas sinds een dag of vier dat ik die nuance ook in mijn spel kan leggen."
De roman begint met een citaat uit een brief van een soldaat die vecht aan het front in de Eerste Wereldoorlog. De soldaat roept zijn nabestaanden op niet de straat op te gaan om luidkeels uiting te geven aan hun wanhoop, maar kalm en waardig het verdriet te dragen. Het alludeert op de jonge soldaat Arthur die naar het slagveld van Verdun moet. Michaël Pas die de rol van Arthur vertolkt, zou het motto niet toepassen op zijn eigen leven. "Als je je eigen begrafenis inbeeldt, hoop je toch altijd dat er zoveel mogelijk mensen hartverscheurend hun verdriet uiten. Of is dat mijn ijdelheid? Toch kan ik begrip opbrengen voor Arthur. Deze roman gaat eigenlijk over 'hoe kan je het beste met grote verliezen omgaan'. Arthur bereidt zijn eigen afscheid voor om met zichzelf in het reine te komen en tegelijk wil hij Vincent bij voorbaat behoeden voor de klap die zijn dood hem zal bezorgen."
"Wat Vincent in dit stuk overkomt, is heel intens," meent Caudron, "in één week tijd leert hij een schrijver kennen waarmee hij een emotionele relatie aanknoopt, en ontdekt hij bij een soldaat de lichamelijke liefde. Na die week vergaat de wereld: de soldaat sterft, en de schrijver verdwijnt voor een paar weken zodat Vincent op zichzelf aangewezen is met zijn verdriet. Toch stemt het boek niet pessimistisch maar hoopvol omdat Vincent beseft dat hij met de herinnering aan zijn geluk ook zijn verdriet kan troosten. Dat is een erg Proustiaanse gedachte. Piet (Arfeuille) heeft tijdens de repetities vaak gezegd dat hij iets wou maken wat de mensen helpt om te gaan met verlies, dood en het besef fouten te mogen maken."

Verzwelgen in pathos
Besson beschrijft in zijn roman de twee uitersten: het leed aan het oorlogsfront staat in fel contrast met het salon van het Ritzhotel waar Marcel reflecteert over liefde en literatuur. "Tegenover het fysieke tussen Vincent en Arthur kleurt het spitse intellectueel prikkelende van Marcel bijzonder mooi," zegt Pas. "Je zou het stuk een filosofisch melodrama kunnen noemen dat het publiek tegelijk meetrekt in het sentiment maar ook stof tot nadenken biedt. Dat is toch het cadeau dat ik in deze tekst zag en hoop aan het publiek te kunnen geven."
In een interview zei auteur Besson te geloven in 'de luchthartigheid die ons redt'. Niettegenstaande de zware thematiek van het stuk hangt ook Malpertuis dat credo aan. "Koen (Van Impe) speelt de rol van Marcel gelukkig bijzonder luchtig. We hebben in het begin lezingen gedaan waarbij we met z'n vieren uren aan een tafel zaten te blèten," grijnst Caudron. Pas valt hem bij: "Niets is zo leuk voor een acteur om te zwelgen in pathos maar je moet beseffen dat je publiek daar lang niet altijd iets aan heeft." De roman bestaat uit drie hoofdstukken waarvan de titels ('De offergave van het lichaam', 'Met lichaam en ziel' en 'De lichamelijke scheiding') klinken als een eucharistisch hooggebed. Die religieuze connotaties wilden ze bij Malpertuis in eerste instantie in het stuk verwerken, maar daar zagen ze - met uitzondering van de eindscène - vanaf. De tekst is al zwanger genoeg, daar moet je niet nog eens een kussen gaan onder steken," vindt Caudron.Caudron en Pas staan respectievelijk tien en vijftien jaar op de scène. Allebei zijn ze freelance acteurs en zouden het niet anders willen. "Ik stam nog uit die tijd van de grote gezelschappen toen je bij een vast ensemble kon gaan spelen," zegt Pas. "Ik ben toen door verschillende huizen gevraagd maar had meteen zoiets van ik wil liever vogelvrij zijn en niet enkel theater maar ook film doen." Caudron vergelijkt het freelance acteur zijn met jazzmuzikanten die elkaar tegenkomen, aan het jammen gaan en benieuwd zijn welke muziek er zal uitkomen. "Ik las een interview met de oudere acteur Jaak Van Assche waarin hij jonge mensen afraadde om nog in het vak te stappen omwille van de financiële onzekerheid. Terwijl je als acteur toch weet waaraan je begint? Anders ben je als een Formule 1 piloot die wel wil autoracen maar niet uit de bocht vliegen."