18 januari 2007

Een postbode in een sexy rood jurkje

Geert Sels over Mevrouw Appelfeld in De Standaard:

In Mevrouw Appelfeld zoeken Antje De Boeck en Chris Lomme troost bij elkaar.

In het theaterjargon is ,,briefopdrager'' een smalende term. Vroeger werd daar een derderangsacteur mee bedoeld, van wie gehoopt werd dat hij geen brokken zou maken bij het opbrengen van een brief. In zijn stuk Mevrouw Appelfeld herstelt Benno Barnard het ambt in ere.

Hij heeft een grote rol geschreven voor Eva, een jong wicht dat postbode is, maar liever iets sexyers draagt dan haar saaie uniform. Ze komt uit Rode. Zo ziet haar jurkje er ook uit. Het is bovendien net iets te kort. Ze ziet er wat goedkoop uit en is in alle opzichten iets té: beetje te luid, te lacherig, te springerig. Zo hadden we Antje De Boeck, vaak het timide kindvrouwtje, nog niet gezien.

Het taaltje dat ze spreekt, hadden we van Barnard evenmin al opgevangen. Van All for love (Blauwe Maandag Cie) tot Het ondermaanse (De Verrukking) schreef hij in verzen. Het was, voor theaterdoeleinden, vaak een verdichte en beeldrijke taal, waar de luisteraar met volle concentratie achteraan moest. Het alledaagse register dat hij voor Eva aanslaat, geeft de voorstelling lucht.

Het staat in schril contrast met dat van Mevrouw Appelfeld, de oudere dame waar Eva maandelijks een enveloppe aflevert. Ze is voornaam, erudiet en zit in haar zijden peignoir tussen de boeken. Het is Chris Lomme op het lijf geschreven. Haar personage heeft cultuur en ís geschiedenis. Hoewel het slechts leeft in de naglans der dingen.

Meermaals identificeert Mevrouw Appelfeld zich met het oude Europa, dat ontbonden is omdat we dat lieten gebeuren. Het samengaan van rassen en talen, evenals die prachtige beschaving in haar geboortestadje Volc, zijn ingestort. Nu woont ze in België, met uitzicht op een taalgrens. Ze is een eindpunt. Eva (die naam!) is een beginpunt. Haar bewustzijn is vernauwd tot seks. Ach, als we onze hoop moeten stellen op dit banale Roodkapje.

Het is een nostalgische voorstelling die diverse lijnen volgt. Hoe de personages als eros en thanatos tegenover elkaar staan, is er een van. Daarnaast is er een politieke lading, die aangroeit en steeds dichter bij huis komt. Opmerkingen over nationalisme lopen uit op aansprekingen van het publiek.

De heftigheid daarvan staat haaks op het thema van de groeiende genegenheid. Mevrouw Appelfeld is een evenwichtsoefening in samenleven. Wat eerst twee vreemden zijn, worden later steunpunten voor elkaar. Het is het kleffere element van de voorstelling. Het onmiddellijke verdriet van Eva blijkt licht op te wegen tegen de verzwegen verliezen van haar gesprekspartner.

Beide dames wisselen dialogen af met commentaar op elkaar of bedenkingen. In een theatersetting doet dat vreemd aan want wie krijgt, op twee meter afstand van elkaar, ogenblikkelijk zo'n puntgave gedachten klaar? Het zou ideaal zijn voor een filmscenario.

Los daarvan is Mevrouw Appelfeld een rijke, gelaagde tekst, die sterker is in zijn politieke aspecten en die degelijk samenspel oplevert in een eerder klassieke productie.