03 september 2007

Bob De Moor aan Filip Vanluchene

Vriend Vanluchene,

Ge weet dat we dit seizoen in Tielt het veertigjarig jubileum van Theater Malpertuis vieren.
Normaal ben ik niet zo voor terugblikken omdat ik vind dat het beste nog moet komen, maar ik krijg de indruk dat het wel de tijd van de terugblik en de evaluatie is.
In Knack krijgen we al sinds vier weken 'de tien beste voorstellingen van de afgelopen vijftig jaar' besproken, met tussen haakjes vorige week Mistero Buffo, weet ge nog? Onze ontmoeting na de voorstelling in Grenoble met de mooie Régine(‘ ah, te voilà toi’). Enfin daar kan ik hier niet over uitweiden.
En eind augustus richt het VTI een avond in de KVS in om aan de hand van beeldfragmenten een evocatie van de jaren zestig te geven, omdat volgens hun schrijven zo goed als niemand meer weet wat voor een theater toen werd gemaakt.’Dat heb je met theater, zeggen ze, eens gespeeld, voorgoed voorbij.’ Of er moest iets met ons geheugen aan de hand zijn.
Zo worden we al geschiedenis nog voor we over de streep zijn.
Maar goed ik vind het wel gepast om veertig jaar Malpertuis te gedenken al was het maar om Herman Verschelden, de immer dynamische stichter, in de bloemen te zetten. Het is dank zij gasten als hij dat er niet alleen in de grote centra theater werd gemaakt maar ook in ‘afgelegen gebieden’ als Tielt, waarbij er kansen aan jonge spelers werden gegeven om enerzijds het vak te leren en anderzijds kennis te maken met een modern repertoire waarbij vaak een andere speelstijl gehanteerd werd dan ze op het conservatorium geleerd hadden.
Het is dan ook één van mijn grootste bekommernissen om over twee jaren de fakkel die ik van hem heb gekregen door te geven aan iemand die het voortbestaan van Malpertuis kan garanderen door het nieuwe impulsen te geven tot meerdere eer en glorie van het trouwe publiek.
Maar eerst moeten we nog enkele varkentjes wassen.
Met vooreerst in september, dus over luttele weken: Citytrip.
Ik kijk er naar uit!
Laat gauw iets van u horen.

Bob