03 september 2007

Citytrip, monoloog voor drie stemmen

Guido Lauwaert (Knack) over Citytrip.

'Het komt niet op een missstap aan, maar op de stap daarna.' schrijft Robert Musil in De man zonder eigenschappen . Dat geldt voor ieder van ons, maar zeker voor de boertjes die hun stallingen hebben verbouwd tot fabriekje en de wereld willen veroveren met groenhoudend gras of spraaktechnologie.
Boertjes, en dan bedoel ik simpele middenstanders met een tomeloze ambitie, waarvan West-Vlaanderen met kop en schouders boven alle andere provincies uitstijgt. Ze hebben werklust te over en weten wat ze moeten doen, maar missen de kunde om verder te zien dan hun neus lang is. Dat gebrek verdoezelen ze achter de uitdrukking ''t Komt allemaal in orde, ge zult da zien.' Maar het komt natuurlijk niet in orde. Ze gaan langzaam van de grond, bereiken een bewonderenswaardige hoogte, maar vallen sneller dan een meteoor, een krater van jewelste achterlatend. Het mooiste voorbeeld is Lernout & Hauspie. Zij hebben Vlaanderen geplunderd. Vooral van zwart geld, waar geen spier een zenuwtrek krijgt, als je erover begint, want in Vlaanderen zijn er twee items waarover niet gesproken wordt: geld en seks. De volgorde is niet lukraak gekozen.
Op het eerste gezicht zou je zeggen dat Citytrip over die gezonken firma gaat, maar dat is niet zo. De voorstelling scheert er rakelings langs. Auteur Filip Vanluchene is er andermaal in geslaagd om een literaire tekst te schrijven dat de moeilijkste weg bewandeld. Niet een fait divers uitmelken, maar achter duizenden gelijke kleine of grote voorbeelden, de psychoanalytische methoden van op- en ondergang te ontrafelen. Op die wijze dat een wetenschapper zich niet verveelt en het boertje er wijzer van wordt.
Vanluchene is geen Strindberg, Ibsen, Tsjechow of Shakespeare, maar hij komt dicht in de buurt. Ook hij is in staat op een luchtige wijze de spijker keihard op de kop te slaan. In een mix van proza en poëzie. Het is werkelijk jammer dat hij enkel op de snelweg tussen De Tijd en Malpertuis zit. Elk theater zou hem eens een opdracht moeten geven. Zijn stukken zouden van meesterlijk tot geniaal uitgroeien. En dat heeft Vlaanderen dringend nodig. Want één vogel, Tom Lanoye, maakt de zomer niet.
Die boertjes met meer neus dan hersens worden in Citytrip prachtig getekend door het systeem van touwtjesspringen. In en uit. Voortdurend wordt er geswitcht van de boertjes die in Dubai in een sauna tot hun vrouwen aan de koffieklets, breiend aan een debardeurke voor kleinkind nummer 13. De mannen zweten niet enkel door de hete lucht, maar vooral door de vreemde cultuur waar ze terecht in gekomen zijn. Terwijl hun vrouwen aan de keukentafel nuchter zijn en al plannen zitten te maken hoe ze hun mannen na de zondeval zullen overhalen tot het verbouwen van hun fabriekje tot stallingen voor het kweken van konijnen en duiven.
Vanluchene zegt nooit waar het over gaat, maar staat erop te zeggen waar het op slaat. Dat is een hemelse verdienste.
Citytrip is een monoloog voor drie stemmen. Dirk Buyse, Jurgen Delnaet en Bob de Moor wisselen voortdurend van personage. In dezelfde alinea kunnen ze zowel een Amerikaan spelen, een Arabier, een Vlaams boertje, als de vrouw aan de haard. Ze zijn die kunde zo meester dat er geen moment van verwarring ontstaat. De toeschouwer is mee, op de seconde. Hun kunde wordt bovendien gestimuleerd door regisseur Lucas Vandervost die minder is meer over twee lijnen heeft uitgesmeerd. De lijn van de voorstelling en de lijn van het repetitieproces. Door te zwijgen heeft hij veel gezegd. En als hij wat zei betrof het eerder de technische dan de psychologische kant.
De voorstelling wordt gedragen door de tekst en de stemwisselingen. Actie komt er nauwelijks aan te pas. En het speelvlak is niet meer dan een schuine tegelvloer zoals men vaak langs de weg ziet staan voor de aartslelijke winkels die handelen in vloerbekleding. De meeste van die winkels waren vroeger stallingen, en als ze recent zijn, lijken ze erg op de stallingen van morgen. Het typeert genadeloos de ziel van de Vlaamse middenstander: eens boertje, altijd boertje. Een kostuum van de E5 helpt daar geen ene moer aan. Daarvoor is het te goedkoop, zowel wat de prijs als de snit betreft.