Boer zoekt aandeel
Liv Laveyne recenseerde Citytrip voor De Morgen:
In Citytrip halen theater Malpertuis en De Tijd de Vlaamse ondernemingszin door de mangel met een weinig verbloemde sneer naar Lernout & Hauspie.
Met zijn drieën staan ze op een hellende tegelvloer: Dirk Buyse, Jurgen Delnaet en Bob De Moor in hun ‘beste broek en veste’, elk op een vierkante meter de samba dansend. Er is dan ook reden tot feest: de twee West-Vlaamse ondernemers Reginald en Roland, uitvinders van een spraakchip, zullen eigenhandig de toren van Babel naar beneden halen, roepen ze. Maar daarvoor is geld nodig: in hun zoektocht naar investeerders strooien ze de goedgelovige lokale zieltjes zand in de ogen en vliegen van de ene naar de andere internationale bestemming. Think big, vindt ook boer Gilbert en hij heeft het niet over zijn varken. Hij sloopt de historische meidoornhaag, zodat de ondernemers met hun 4x4's kunnen passeren en gaat met een schoendoos vol geld en zijn snoeischaar zijn geluk beproeven in den Ameriek. Niet dat er veel verandert: uit zijn mond klinkt Little Harlem gewoon als Geluveld.
Want auteur Filip Vanluchene mag dan ditmaal zijn personages uit de Vlaamse klei hebben getrokken, de modderkluiten veegt ge er niet zo maar van af, blijkt uit de taaltjesmix van West-Vlaams en hippe Engelse termen. Is verhogen en verdiepen het motto van elke onderneming, dan zoekt Vanluchene het vooral in de verbreding: de ontwikkeling van de karakters is ondergeschikt aan de scherpe dolkomische satire. De personages vergalopperen zich steeds verder in hun ambitie, tot blijkt dat ze niet de toren van Babel hebben afgebroken, maar een luchtkasteel gebouwd. De magerste zwiens tieren het luudst, luidt de West-Vlaamse boerenwijsheid. Het is een moraal die nog lang zal weerklinken in Flanders Language Valley als de boer op zijn tractor passeert. Langs de heraangelegde meidoornhaag.
In Citytrip halen theater Malpertuis en De Tijd de Vlaamse ondernemingszin door de mangel met een weinig verbloemde sneer naar Lernout & Hauspie.
Met zijn drieën staan ze op een hellende tegelvloer: Dirk Buyse, Jurgen Delnaet en Bob De Moor in hun ‘beste broek en veste’, elk op een vierkante meter de samba dansend. Er is dan ook reden tot feest: de twee West-Vlaamse ondernemers Reginald en Roland, uitvinders van een spraakchip, zullen eigenhandig de toren van Babel naar beneden halen, roepen ze. Maar daarvoor is geld nodig: in hun zoektocht naar investeerders strooien ze de goedgelovige lokale zieltjes zand in de ogen en vliegen van de ene naar de andere internationale bestemming. Think big, vindt ook boer Gilbert en hij heeft het niet over zijn varken. Hij sloopt de historische meidoornhaag, zodat de ondernemers met hun 4x4's kunnen passeren en gaat met een schoendoos vol geld en zijn snoeischaar zijn geluk beproeven in den Ameriek. Niet dat er veel verandert: uit zijn mond klinkt Little Harlem gewoon als Geluveld.
Want auteur Filip Vanluchene mag dan ditmaal zijn personages uit de Vlaamse klei hebben getrokken, de modderkluiten veegt ge er niet zo maar van af, blijkt uit de taaltjesmix van West-Vlaams en hippe Engelse termen. Is verhogen en verdiepen het motto van elke onderneming, dan zoekt Vanluchene het vooral in de verbreding: de ontwikkeling van de karakters is ondergeschikt aan de scherpe dolkomische satire. De personages vergalopperen zich steeds verder in hun ambitie, tot blijkt dat ze niet de toren van Babel hebben afgebroken, maar een luchtkasteel gebouwd. De magerste zwiens tieren het luudst, luidt de West-Vlaamse boerenwijsheid. Het is een moraal die nog lang zal weerklinken in Flanders Language Valley als de boer op zijn tractor passeert. Langs de heraangelegde meidoornhaag.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home