|
|
|
|
|
Tentoonstelling Klaas Verplancke
Tot en met 12 mei 2008 is er in het foyer van theaterMalpertuis een tentoonstelling van illustrator Klaas Verplancke met impressies uit Reinaart, Confidenties, Wat de ezel zag, Djuk, Wortels, Ozewiezewoze en een mooie fries met werk uit Vacature.
theaterMalpertuis zoekt zakelijk directeur
PROFIEL
Over Theater Malpertuis: Huidig seizoen (2007-2008) is 41ste; Nieuwe artistiek directeur (vanaf 2009-2010) wordt Piet Arfeuille (persbericht beschikbaar); 1 miljoen euro jaaromzet; 7 vaste personeelsleden + freelance artiesten; Thuisbasis : Tielt in West-Vlaanderen;
Belangrijkste competenties:
Een brede theaterkennis en -ervaring (zowel met de artistieke praktijk als met de zakelijk-organisatorische kant); Voldoende financiële kennis (je kan een balans en resultatenrekening lezen, kostprijscalculatie en boekhouding zijn je niet vreemd); Een allrounder zijn die goed kan organiseren en die leiding kan geven, maar die ook bereid is om zelf de meest uiteenlopende taken op zich te nemen; Een teamspeler zijn; Goed kunnen communiceren, zowel mondeling als schriftelijk; Flexibel en stressbestendig zijn; Kunnen werken met de meest gangbare computerprogramma's.
Wat bieden wij:
Gezellig theaterhuis als werkomgeving in Tielt; Aangename collega’s; Contract van onbepaalde duur (met proefperiode); Aantrekkelijk jaarsalaris volgens index en anciënniteit CAO Podiumkunsten, incl. vakantiegeld en eindejaarspremie; Kostenvergoeding woon-werk verkeer;
Functieomschrijving :
Zakelijke leiding
Je formuleert de zakelijke plannen en doelstellingen op korte en middellange termijn, teneinde bij te dragen tot de ontwikkeling van een coherent, kwaliteitsvol en realistisch beleid; Je coördineert, consolideert en controleert de zakelijke en administratieve activiteiten. Op die manier bepaal je het kader, in termen van personeel, gebouwbeheer, middelen en budget, waarin de activiteiten van het theater zullen plaatsvinden en dat voldoet aan de ontwikkelde doelstellingen op korte, middellange en lange termijn; Je maakt een zakelijke vertaalslag van het artistiek plan in overleg met de artistieke leider; In overleg met de artistieke leider neem je de nodige beslissingen en maak je afspraken in verband met de reisvoorstellingen van het theater (contacten met verkoopbureau, culturele centra, …); In overleg met de artistieke leider neem je de nodige beslissingen en maak je afspraken in verband met de receptieve voorstellingen in de eigen zaal van het theater (contacten met CC Gildhof en gezelschappen); Je bent verantwoordelijk voor de financiën, binnen nader uit te werken afspraken (bvb. boven een bepaald bedrag tekenen zowel artistiek als zakelijk directeur, boven een bepaald bedrag tekent ook Gedelegeerd Bestuurder mee, regeling betreffende volmacht bij de bank, etc.); Je bereidt de documenten voor voor de Raad van Bestuur.
Dagelijkse leiding
Je coördineert en plant alle activiteiten van de organisatie (financieel, administratief, promotioneel, productioneel, technisch, logistiek, veiligheid, …), in de eerste plaats door middel van een goede interne communicatie en overleg met alle medewerkers; Je beantwoordt de dagdagelijkse artistieke en inhoudelijke vragen; Je neemt zelf deel aan alle mogelijke activiteiten om de dagelijkse werking te garanderen.
Pers, promotie en marketing
In samenspraak met de artistieke leiding bepaal je het pers-, promotie- en communicatiebeleid. Je plant en coördineert de hieraan verbonden activiteiten en voert ze ook uit, teneinde een positief, coherent en uniform beeld van het theater te creëren. Voel je je aangesproken om ons team te versterken? Stuur je motivatiebrief met CV naar info@malpertuis.be.
Er mag wat anarchie in
Een artikel uit De Standaard over de aanstelling van Piet Arfeuille als artistiek leider van Malpertuis.
Het duo dat bij Theater Malpertuis nu de zakelijke en artistieke leiding deelt, trekt zich aan het einde van deze subsidieperiode terug. Bob De Moor gaat eind 2009 zijn oude droom achterna om in Gent een volkstheater op te richten. En Danny Keuppens stapt in de bijzondere jeugdzorg.
Hun opvolger, Piet Arfeuille (46), neemt vanaf januari 2010 de artistieke leiding over. Hij werkt de komende maanden wel het nieuwe beleidsplan uit en zal ook het seizoen 2009-2010 samenstellen. Vast staat dat hij in dat seizoen een coproductie met het Zuidelijk Toneel regisseert.
Malpertuis zag zijn subsidies teruglopen, terwijl u net grote producties bent gaan maken. Kan het huis dat betalen?
'Als freelancer ben ik gaandeweg de afwisseling tussen grote en kleine zalen bewust gaan opzoeken. In een kleine zaal kan ik dingen uitproberen. Die hebben vaak een invloed op wat ik daarna in de grote zaal doe. Die dynamiek wil ik aanhouden. Bij Malpertuis zou ik graag één grote productie per jaar maken. Daarvoor zullen we een coproductie met andere gezelschappen aangaan. Een van die partners wordt het Zuidelijk Toneel uit Eindhoven. Momenteel lopen er gevorderde gesprekken met andere huizen.'
Malpertuis maakt nu middelgrote voorstellingen, waarmee het makkelijk reizen is. Blijft het een mobiel gezelschap?
'We zullen blijven reizen. Ik wil de dynamiek in onze thuisbasis in Tielt behouden, maar het is niet de bedoeling naar binnen te plooien. Het Zuidelijk Toneel heeft per productie dertig tot veertig opvoeringen in Nederland. Hopelijk wordt één plus één straks drie.'
In de kleine zaal wil u vooral experimenteel werk brengen. Is Malpertuis klaar voor die nieuwe aanpak?
'Er is lang met de raad van bestuur gepraat en het marsorder was dat er een nieuwe wind mocht waaien. Ik heb het gevoel dat ik hier mijn ding mag doen. Ik denk niet dat het publiek erdoor afgeschrikt zal worden. In zijn geschiedenis heeft Malpertuis wel een paar periodes gehad dat het mee in de spits zat. In de kleine zaal wil ik vooral onderzoeksprojecten of voorstellingen die de theatertaal bevragen. Er mag gerust een snuifje anarchie in.'
Is het na twaalf jaar freelancen voor u belangrijk een vast traject uit te werken?
'Tot dusver heb ik me steeds moeten inschrijven in het verhaal van iemand anders. Het is fijn nu de kans te krijgen mijn eigen verhaal te schrijven. Zo kan ik ook de interesses uitwerken die ik elders niet kwijtkan. Bijvoorbeeld minder verhaalsmatig werken en meer nadruk leggen op het raakvlak tussen theater en beeldende kunst.'
Gaat u zelf het programma uitwerken of gaat u zich omringen met andere makers?
'Ik wil mijn eigen weg gaan, maar het zou gekkenwerk zijn alles zelf te doen. Daarom wil ik me omringen met makers die me inspireren. Ik schat dat aandeel op fifty fifty.'
Blijft Malpertuis gastvoorstellingen uitnodigen?
'We werken momenteel samen met cultuurcentrum Gildhof in Tielt en dat draait goed. Ik zou er wel graag enkele accenten willen aan toevoegen. Werk van Benjamin Verdonck of Abattoir Fermé zou ook in Tielt moeten kunnen
Piet Arfeuille gaat theaterMalpertuis leiden
Regisseur Piet Arfeuille volgt op 1 januari 2010 Bob De Moor en Danny Keuppens op als artistiek leider van Theater Malpertuis. Dat meldt het nieuwe bestuursduo bij Theater Malpertuis Dimitri Casteleyn (Gedelegeerd Bestuurder) en Wim Vanseveren (Voorzitter). “Ik ben blij met deze volgende stap in mijn artistieke loopbaan”, zegt Piet Arfeuille.
Bob De Moor en Danny Keuppens staan sinds 2002 aan het roer van Theater Malpertuis. Hun contract loopt tot het einde van de huidige subsidieperiode (31 december 2009). Enkele maanden geleden beslisten ze, in overleg met de Raad van Bestuur, geen optie te nemen op een verlenging. Daarop besloot het nieuwe bestuursduo een vernieuwende richting in te slaan en gingen Casteleyn en Vanseveren op zoek naar een geschikte opvolger. Die vonden ze in de persoon van Piet Arfeuille. “Het ligt in de bedoeling ook grote zaalproducties te gaan maken met Theater Malpertuis alsook coproducties aan te gaan met Nederlandse theaterhuizen”, vervolgt Piet Arfeuille.
De keuze voor Arfeuille is een logische keuze: hij maakte in het recente verleden twee zeer gewaardeerde producties bij Theater Malpertuis (Kill the old, torture their young en Vincent.Arthur.Marcel.). Verder was hij in de jaren negentig roerganger van het Ardooise Theater De Schaduw en is een leidinggevende positie hem dus niet vreemd. Arfeuille regisseerde de voorbije jaren een aantal spraakmakende grote zaalproducties (o.m. Romeo en Julia en Hamlet bij HETPALEIS), naast kleinere, meer experimentele producties (o.m. Are you ready, are you ready for love, Woyzeck, Tagestöter).
De eerste taak voor Arfeuille wordt nu het schrijven van het subsidiedossier 2010-2012, dat moet ingediend worden voor 1 september. Daartoe zal Arfeuille in de komende maanden gesprekken voeren met diverse makers. Daarna begint hij aan Metamorfosen, een productie (naar Ovidius, met Mieke De Groote, Gilles De Schryver, Günther Lesage en Tania Van der Sanden) die in maart 2009 in Theater Malpertuis in première gaat, meteen de 150ste productie van Theater Malpertuis. Vanaf 2009-2010 stelt hij de programmering van Theater Malpertuis samen. In dat seizoen staat er alvast een coproductie gepland met Het Zuidelijk Toneel in Eindhoven.
Ik uit mijn verzet al spelend
Wouter Hillaert interviewde Jurgen Delnaet voor De Morgen... Vanaf morgen is acteur Jurgen Delnaet te zien in zijn speelfilmdebuut in Aanrijding in Moscou, maar tegelijkertijd staat hij met zijn eigen geesteskind Barabbas op de planken met theater Malpertuis. 'Sommigen kiezen een religie om de dingen op orde te krijgen, ik speel.'
Barabbas toont de kruisiging van Jezus door de bril van de moordenaar die in zijn plaats vrijgelaten werd. 'Ik herken mij in Barabbas' verzet aan de zijlijn, tegen al het gekonkel', legt Delnaet uit.
Wie was Barabbas precies, voor hij bij de evangelisten naast Jezus op het balkon van Pilatus terechtkwam voor het joelende volk van Jeruzalem? Tal van speculaties doen de ronde. Volgens historici zou hij een joodse guerrillero geweest zijn die tegen de Romeinse bezetting vocht. Andere theorieën wijzen erop dat 'Barabbas' eigenlijk een aanspreking was voor Christus zelf: Bar-abbâ, 'zoon van de vader'. Barabbas' lot heeft vele kunstenaars geïnspireerd. Pär Lagerkvist, Nobelprijswinnaar 1951, tekende hem in zijn roman Barabbas (1950) als een scepticus op zoek naar zin. De Barabbas van theater Malpertuis baseert zich echter op het stuk dat Michel de Ghelderode al rond 1930 schreef voor het Vlaamse Volkstoneel. Barabbas wordt erin afgebeeld als een waarachtige misdadiger die op het eind de gekruisigde Jezus wil wreken als beschermer van de kleinen. De geëxalteerde toon van het stuk zorgde in menige parochiezaal voor commotie bij zowel katholieken als rooie rakkers, net omdat de Ghelderode hun visies leek te willen verzoenen. Maar internationaal zorgde het met zijn mix tussen burleske folklore en avant-gardistisch expressionisme voor zijn doorbraak. Delnaet kende de Ghelderodes werk niet, tot iemand hem Barabbas tipte. "Ik kreeg meteen een gevoel van herkenning. Barabbas levert het standpunt van mensen die in de geschiedenis geen stem krijgen. Met zijn bewuste keuze om moordenaar te worden komt hij daartegen in opstand."
Waar herken je je dan in?
"In Barabbas als buitenstaander. Misschien is het iets medisch, maar ik heb het als acteur erg moeilijk met openbaarheid. Op recepties bewonder ik mateloos de mensen die dat spel kunnen meespelen. Ik beheers dat niet. Na elke sociale aangelegenheid ben ik doodop." Bij de Ghelderode is Barabbas toch juist een heel actief personage?
"Ja, de Ghelderode zei zelf over hem: c'est un ensemble de cris. Barabbas roept heel vurig, spreekt steeds in uitroeptekens. Maar die strijdlust is er in onze bewerking (met Tania Van der Sanden en Gert Jochems, WH) wat uit. Je kunt dat vandaag niet meer zo opvoeren. Ik vroeg Filip Vanluchene, die het gerief van de Ghelderode veel beter kent, om een vertaling te maken, en die hebben we dan uitgepuurd. Barabbas is meer een beschouwer geworden, een beetje als de Ghelderode zelf: hij ontketende de revolutie aan zijn tafeltje, maar durfde zich niet tussen het volk te begeven."
Is dat niet ook de positie van toneelspelers vandaag?
"Voor mijzelf geldt dat wel: ik kan mijn verzet enkel al spelend uiten. Oudere collega's waarschuwen mij wel eens dat ik daar niet te fanatiek in mag worden, geen preker. En zo krijgt ook Barabbas in de cel de vraag wat al zijn gebrul hem eigenlijk oplevert. Hij zegt: 'ik maak de nachtuilen die mij bewaken, de kop zot'. Een mooi credo: mensen waarmee je het oneens bent, even doen verschieten."
En dan ga jij ineens in een film meedoen?
"Dat was een groot toeval. Ik weet nog steeds niet hoe ze bij mij uitkwamen, maar ineens kreeg ik telefoon van een castingmadam voor Aanrijding in Moscou. Ik was meteen gecharmeerd door de pretentieloosheid van het scenario: bij een simpele botsing krijgt een truckchauffeur een coup de foudre met de bestuurster (Barbara Sarafian, WH) van het andere voertuig. Regisseur Christophe Van Rompaey wou daar geen effectengedoe van maken, maar een echte spelersfilm. Ik ben erg blij met het resultaat. Ik kan zelfs mijn eigen kop verdragen."
Een Bijbelse bandiet
Een interview met Jurgen Delnaet uit De Standaard.
Pasen valt vroeg dit jaar, dus kon de timing van theater Malpertuis niet beter. Met Barabbas brengen ze het passieverhaal, maar dan anders.
Een van de eerste volksraadplegingen die faliekant is afgelopen, had in 33 na Christus plaats in Jeruzalem. De Romeinse landvoogd Pontius Pilatus zag eigenlijk niet goed wat die Jezus van Nazareth volgens de joden dan wel allemaal verkeerd had gedaan. In een poging de mensenzoon weer vrij te kunnen laten zonder de machtige schriftgeleerden voor het hoofd te stoten, waste hij zijn handen in onschuld en bedacht hij de directe democratie. Het volk mocht zelf beslissen welke gevangene ter gelegenheid van het Paasfeest gratie werd verleend: die arme zwijgzame Jezus Christus of de grofgebekte misdadiger Barabbas. De gevolgen van het verkeerd afgelopen referendum waren bepalend voor de wereldgeschiedenis.
De Bijbelse Barabbas doet bij de meeste mensen die een katholieke opvoeding hebben genoten dus nog altijd een belletje rinkelen. Maar in het gelijknamige toneelstuk van Michel de Ghelderode, uit 1928, leren we de man van naderbij kennen. Dat is een van de redenen waarom Jurgen Delnaet Barabbas koos voor zijn seizoensproductie bij het Tieltse gezelschap. 'In het Nieuwe Testament verdwijnt Barabbas weer even snel als hij wordt opgevoerd', zegt hij. 'Veel is over die man niet bekend. Er bestaan nog wel enkele teksten waarin wat over zijn leven wordt gespeculeerd, maar uiteindelijk weten we alleen dat het een bandiet was die gevangen zat. De Ghelderode gebruikt hem echter om het passieverhaal te kunnen vertellen vanuit de positie van de gewone man in de achterbuurten van Jeruzalem. Het derde bedrijf speelt zich zelfs volledig af in die achterbuurten, aan de voet van de Calvarieberg waar bijvoorbeeld een kermisfiguur zonder klanten zit omdat iedereen naar het veel grotere spektakel van de terechtstelling zit te kijken.'
Michel de Ghelderode (1898-1962) was zeer vertrouwd met dat volkse gegeven. De latere Nobelprijskandidaat werd geboren in een Vlaamse familie in Brussel, maar kreeg er een opvoeding in het Frans, terwijl zijn stukken uiteindelijk zouden worden opgevoerd tot in New York. De auteur van Escurial en Pantagleize was echter aan zijn carrière begonnen bij Poppentheater Toone, waarvoor hij ook een volks en humoristisch passieverhaal schreef dat daar nog ieder jaar wordt opgevoerd.
Delnaet: 'Vandaar ook dat het mij vanzelfsprekend leek om Filip Vanluchene dit stuk naar zijn karakteristieke taal te laten vertalen. Met hem beschikken we over dé man die de geestige zeggingskracht van de taal meester is.'
Met het volkse perspectief, en de volksraadpleging van Pilatus als een van de centrale gebeurtenissen, raakt Barabbas ook onvermijdelijk aan thema's als populisme en leiderschap, die niet alleen tussen de wereldoorlogen, maar ook vandaag nog aan de orde zijn. Delnaet: 'De uitroepen van herkenning waren tijdens onze eerste lezing van het stuk inderdaad niet van de lucht. Tijdens het tweede bedrijf zitten koning Herodes, de hogepriester Kaifas en Pontius Pilatus bij elkaar om te kijken hoe ze de situatie moeten aanpakken. Wat die drie dan allemaal zeggen, is precies hetzelfde als wat je vandaag in de gazet leest. Voor de religieuze lobby is het de hele tijd al duidelijk dat Christus dood moet omdat hij te veel navolging krijgt. De wetten en regels die in de weg staan, proberen ze dus op een zogenaamd democratische manier te omzeilen. Kaifas bespeelt handig het volk opdat het hem zijn zin zou geven, en dat soort volksmanipulatie is verbazend eenvoudig. Pilatus is dan weer een man die last heeft van zijn functie en zich geen raad weet met de krachten die aan het werk zijn.'
Zo wordt Barabbas uiteindelijk nog de sterke figuur bij De Ghelderode, en hoeft het eigenlijk niet te verwonderen dat ook hij moet hangen. 'Voor De Ghelderode is Barabbas degene die de hele maskerade door heeft. Hij maakt er een moordenaar van, die in het eerste bedrijf zijn gruwelijke credo mag verkondigen, maar ook een man die uitgaat van zijn eigen overtuiging - tegen zijn noodlot in. Als terdoodveroordeelde is hij eigenlijk een verheviging van de sterfelijke mens die besluit zo intens mogelijk te leven. In tegenstelling tot Jezus gebruikt hij daarbij wel geweld, hoewel hij weet dat het hem even weinig zal opleveren. Hij gaat in het verzet, al was het maar om de mensen die het voor het zeggen hebben de kop zot te maken.'
grote muil sterke kop
nu_zondag 16 december 2007 gisterenavond ik rijd over de autostrade E17 richting Antwerpen ik ben er bijna ik heb de voorlopig laatste voorstelling van de productie op de rand van het verstand gespeeld in mijn koptelefoon speelt Nirvana dat mtv unplugged concert van niet zolang voor Cobain zijn dood the man who sold the world van David Bowie ik kijk naar links en ik zie niet zo heel ver weg een vuurwerk den enen bouquée na de anderen i guarantee you i will screw this song up komt binnen komt binnen komt dat zien welkom in het spookkot_verzet u op uw gemak de personaliteiten van de dag u voorgesteld door een meesterlijke illusionist komt ze zien de beroemdheden de moordenaars de politiekers het echte portret van Barabbas komt allemaal dichterbij Michel de Ghelderode die zegt >>Ik hou van de allenigheid omwille van de allenigheid in alle helderheid. Ik kan niet zonder. Zij geeft mij een veilig gevoel. Zonder de allenigheid kan ik niets Zij is mijn kompaan Als hij niet alleen is kan de kunstenaar niets waarlijk groots volbrengen dat is mijn gedacht Ik moet alleen zijn om te schrijven niet alleen op het moment zelf maar ook daarvoor en daarna zelfs vanaf het moment dat de gedachte wordt geboren ter hoogte van de slapen totdat de geest weer is afgekoeld uitgedoofd. Ik heb dat nodig die lange stranden van stilte en afzondering alwaar ik eindeloos kan dwalen Het is een zuivering hygiëne van de ziel En nu nog ben ik gelijk een jaloerse minnaar ik verdedig de allenigheid totterdood nimmer wijk ik van haar zijde. Ik zeg het nog een keer het is mijn lotsbestemming alleen te zijn en te werken in mijn kamer De mens alleen in een kamer Ge kunt niet geloven hoe ongemakkelijk men zich daarbij voelt Bij een dergelijke eenvoudige conditie<<> Jurgen Delnaet
Filip Vanluchene aan Bob De Moor
Moedige maat, Wat achter ons ligt, wordt steeds groter, het schrijfboek dat wij nog moeten volschrijven elke dag dunner. Het Gentse kapperszoontje kwam naar Brussel met een heel dik blanco schrift en kreeg de vreemdste woorden voorgeschoteld. Van Gropius over Bauhaus tot Pelleas en Mélissande. En het heeft gepend en gepend. Strepen en pijlen getrokken, verbanden gelegd, af en toe wat waardeloze bladzijden verscheurd, maar naarstig verder gewerkt om een beetje vat te krijgen op die mateloze vloed van ideeën en metaforen. Het zit nu in zijn late fifties en warempel het zit nog met een stapeltje blanco papier en het blijft bladzijden vullen. Mijn Odyssea loopt grotendeels parallel. Gij kwaamt dan nog uit een stad, er reden trams door uw kindertijd. Ik kwam uit een dorp. Eerder dan tram 4 en tram 7 waren referentiepunten geuren: koeiestront, paardenstront, zwijnenstront. Vanuit deze startplaats naar Arabal en Fellini was ook een tocht vol wonderen en verbazing. Het is vreemd. Ik heb ook nog een dik pak blanco papier over en bij de twee theaterteksten die ik dit jaar heb gebaard bruiste het van dynamiek als nooit tevoren. Het spetterde, bij momenten kon ik het niet rap genoeg in het toetsenbord rammen. Maar na de laatste voorstelling van Citytrip viel alles als een zwaar zwart doek over mij heen. Mijn God, tot wat heeft het allemaal gediend? Volgens een krantenbericht deze week leven een groot aantal oudere schrijvers onder of tegen de armoedegrens. Wellicht stellen deze ex-kosmonauten zich ook elke dag deze vraag. Terwijl de bedenker van het galactische zinnetje ‘Ik spring uit een vliegmachien, alleen maar om jou te zien.’ zijn intresten niet opkrijgt. Ik heb nog wat blanco papier dus, maar op dit ogenblik zie ik het echt niet zitten om er iets op te schrijven. Het theater wordt doodgedekt aan twee kanten. Enerzijds het mega-offensief van de neoliberale principes om de wereld met zoetigheid draaiende te houden. Consumeren, het zoetste en lichtvoetigste gaat er het makkelijkst in. Al wat iets contrasterende of minder licht verteerbaar is, wordt weggewalst. Aan de andere kant een onstuitbaar dirigisme van zij die de centen uitdelen. De omkadering van het theaterlandschap is een vernietigend kankergezwel geworden, scheppende en uitvoerende kunstenaars zijn als een soort noodzakelijk kwaad voor de cultuurtechneuten. Wat loop ik er nog tussen te doen? Met mijn dagelijks brood loopt het ook niet goed. Ik was nooit filou genoeg om veel te verdienen. Dus ook materieel denk ik aan de verkleumde ex-kosmonauten. In de Syntra in Roeselare geven ze binnenkort een cursus vorkheftruckchauffeur. Het kost 250 euro. Clarkchauffeurs vinden altijd werk hoorde ik in het pompstation zeggen. Er zit meer zekerheid in zo’n getuigschrift dan in 250 euro lottobiljetten. Alhoewel. In ieder geval meer dan in een diepgravende metafoor of een kolkende spraakwaterval. Ik had het liever luchtig gehouden, vriend, maar, gij vraagt mij om dit wederwoord in de donkere dagen voor Kerstmis. Als ik het kan trekken tot Lichtmis komt er wellicht wat druk op de ketel. Een mens weet nooit. Groet, Filip
Bob De Moor aan Filip Vanluchene
Beste Filip, Omdat ik helemaal niet wilde doen wat van mij verwacht werd besloot ik in ’67 naar het R.I.T.C.S. (Rijksinstituut voor Toneel- en Cultuurspreiding) in Brussel te gaan. Een hele verandering. Brussel, een tweetalige stad, een tweetalige school. Van bij de eerste kennismaking leerde ik al namen en begrippen waar ik nooit eerder van gehoord had: Henri Van de Velde, Bauhaus, Gropius, Stanislawski, Meyerhold. ’t Was wel even schrikken. Goed ik probeerde mijn weg te zoeken. Op een dag kwam ik in de bibliotheek van de school en daar viel mijn oog als bij toeval op weer zo’n naam die ik wel al eens had gehoord maar waar ik me verder niets kon bij voorstellen: Maurice Maeterlinck. Een Gentenaar en tot nu toe enige Belgische Nobelprijswinnaar literatuur. Ik weet nog dat ik toen rechtstaande zijn stuk Les aveugles heb gelezen. Een bijna onspeelbaar stuk, zo leek het mij toen, alleen al omdat de actie wordt in gang gezet door een hond. De blinden bevonden zich op een eiland, als ik mij goed herinner, ver van hun tehuis en de gids werd dood aangetroffen, door de hond, aan de voet van een boom. De blinden waren bijgevolg aan hun lot overgeleverd én aan die hond. Misschien als ik het nu zo schets een beetje té symbolisch voor de stuurloze mensheid, maar toch was het die symboliek die me zo aantrok. Het toonde de kracht van het onrechtstreeks te hebben over wat ge niet zo snel kunt verwoorden. Later, in de jaren zeventig, is me dat nog duidelijker geworden, toen we dikwijls onze boodschap te letterlijk verwoorden en hij daardoor al meteen de helft van zijn kracht verloor. Zeg op een scene nooit letterlijk wat ge te zeggen hebt is sindsdien zowat mijn motto geworden. Ga via de omweg. Laat het publiek de conclusie maken. Via Maeterlinck ben ik later bij Van Lerberghe ( Pan) en Elskamp terecht gekomen en vanzelfsprekend ook bij De Ghelderode. Vreemd, terwijl veel van mijn generatiegenoten Ghelderode als voorbij beschouwden omdat hij een exponent van het expressionisme leek, heb ik hem steeds modern gevonden in zijn stuursheid, zijn dwarsheid, zijn niet willen meedoen met de rest. Het is ook altijd mijn droom geweest om Barabbas te spelen, dit passiespel verteld vanuit het standpunt van de moordenaar, aan de voet van Golgotha, tussen het uitschot en het crapuul. Een alom gekend verhaal in een nieuwe interpretatie. Ik ben dan ook blij en fier dat deze equipe ermee aan de slag gaat onder uw heerlijke vertaling. Ik zal het geen fakkel meer noemen maar misschien een klein estafette stokje dat wordt doorgegeven. Wat denkt gij, meester? Bob
Goedbedoelende mensen kietelen
Jo Van Damme – bij het grote publiek bekend als columnist, journalist en televisiefiguur – heeft haast ongemerkt ook al zes theaterstukken geschreven. Met De jongens (43 voorstellingen) en En maar niet willen sneeuwen... (39 voorstellingen) is hij dit seizoen misschien zelfs de meest gespeelde Vlaamse auteur. Maar of hij een échte toneelschrijver is, weet hij nog altijd niet...
Ik ben een beetje toevallig het theater ingerold. Bob De Moor vroeg mij om een monoloog te schrijven, maar ik had dat eerder begrepen als een conference, zoals de titel van het stuk – De conference – ook aangaf. Er zat wel een dun verhaallijntje in, maar in wezen was dat toch een reeks aan elkaar geplakte grappen. Daarna ben ik mijn stukken wel meer gaan uitwerken, maar ik weet nog altijd niet of het echt toneel is.
Het schrijven van dialogen gaat je in ieder geval goed af.
Ik vind een dialoog schrijven veel gemakkelijker dan een monoloog. Ik stel mij voor dat die personages in een bepaalde situatie zitten en dan rollen de woorden er gewoon uit. Ik hoor ze, vaak zonder dat ik er achteraf een woord aan moet veranderen. Natuurlijk gaat daar wel denkwerk aan vooraf. Als ik het eerste woord op papier zet, weet ik al ongeveer waar ik ga eindigen. Ik heb het scenario min of meer in mijn hoofd. Ik ken mijn personages. Het schrijven zelf is eigenlijk heel gemakkelijk. Hou het stil.
Humor is je belangrijkste wapen. Wat is een goede grap?
Buster Keaton die uit een meelton oprijst. Een goede grap moet een zekere tristesse hebben, vind ik. Humor heeft ook te maken met de persoon die de grap uitspreekt. Een slechte komiek heeft als houding: ‘Kijk eens hoe grappig ik ben!’. Met al dan niet daar aan toegevoegd: ‘En wie niet lacht is een domme klootzak.’ De beste komieken zijn zielepoten, schlemielen... ze kunnen niet anders dan zichzelf te relativeren. Ze hebben iets kwetsbaars en beklagenswaardigs in zich, maar tegelijk ook een gevaarlijk kantje.
Jouw humor is toch ook satirisch. Politici en mediafiguren moeten er in je stukken consequent aan geloven.
Misschien, maar ik heb het eigenlijk meer gemunt op de ‘weldenkende’ mensen en op wat als ‘weldenkend’ wordt aangenomen. De dingen waar we zogenaamd van moeten uitgaan, terwijl ze in wezen zeer tijdelijk en modieus zijn. De ene dag moet je kiwi’s eten omdat kiwi’s gezond zijn en wie geen kiwi’s eet is achterlijk. Een dag later moet je geloven dat één kiwi voor een even grote CO2-uitstoot zorgt als honderdvijftig kilometer met de auto rijden. Vandaag moeten we ons zorgen maken over het milieu, over een paar jaar zal er een ander en nog dringender onheil op ons afkomen. Natuurlijk zijn die dingen méér dan alleen maar mode, maar ze worden ons wel als een modieus product geserveerd. Door de media, door onze jachtige manier van leven en wat weet ik nog allemaal, zijn we kennelijk niet meer in staat om het grotere beeld te zien. Even zijn we het er collectief over eens dat de tsunami het ergste is wat er ooit gebeurd is en dat we die mensen moeten helpen, maar twee maanden later zeggen we: ‘Spleetogen, trek uw plan!’ De ene week geniet Darfur even onze aandacht, maar de week nadien blijkt de kleine Maddy MacCann toch een knuffelbaarder onderwerp. En ondertussen hevig verongelijkt zijn over ons eigen beklagenswaardige lot, want wij zitten tenslotte nog altijd met die Walen die ons naar de rand van de armoede duwen. Ik ben zelf geen haar beter hoor, maar af en toe herinner ik mij toch nog eens iets en dan val ik mensen lastig met een inconsequentie. Ik vind het merkwaardig dat mensen dat zo snel vergeten. Yves Leterme zegt een week voor de verkiezingen dat mensen met een hoofddoek zich maar moeten aanpassen en wordt vervolgens uitgeroepen tot Vlaanderens El Simpàtico. Vreemd. De democraat Bart De Wever die op een foto grijnzend poseert met fascist Jean-Marie Le Pen en dan achteraf zegt dat hij daar gewoon uit interesse was. Merkwaardig.
Het personage Myriam in En maar niet willen sneeuwen... is ook iemand die bezig is ‘met het klimaat en zo’. De zogenaamd oppervlakkige Vicky gooit haar voor de voeten dat ze toch maar mooi met de auto meegekomen is...
Je moet tegenwoordig met een hybride auto rijden. Maar het produceren van zo’n auto is wel slechter voor het milieu dan het produceren van een gewone auto. Naast mijn huis is er een punt waar mensen hun onbespoten groenten kunnen komen ophalen. Die mensen komen van kilometers ver en staan daar dan vijf minuten met draaiende motor om hun onbespoten groenten op te halen. Waarom doen die mensen dat? ‘Het is veel beter, veel gezonder, ...’ Right.
Je richt je pijlen op mensen die misschien een beetje kortzichtig zijn, maar die het tenminste wel goed bedoelen. Zijn zij dan de grootste kwaal in onze maatschappij?
Wellicht niet. Ik hoor waarschijnlijk zelf tot dat slag. Maar goedbedoelende mensen mogen toch ook een beetje gekieteld worden?
Toen je aan En maar niet willen sneeuwen... begon, wist je dat het een stuk zou worden voor twee vrouwen. Was dat meteen een vertrekpunt?
Nee, ik was daar een beetje voor op mijn hoede, maar gaandeweg zijn er toch ‘vrouwelijke’ thema’s ingeslopen. Een jaar of dertig, veertig geleden hadden we het feminisme. Vrouwen mochten hun haar niet wassen en hun oksels niet meer scheren, ze moesten een tuinbroek aantrekken en mochten zeker niet hun seksualiteit laten uitbuiten door de mannen. Maar de mascottes en rolmodellen van deze tijd zijn geen denkende tuinbroeken meer, maar puberale meisjes die trots hun borsten en hun getatoeëerde bilspleet tonen. Nu heet het juist bevrijdend en een vorm van emancipatie als je als vrouw hetzelfde doet als wat mannen altijd al deden: de hufter uitgangen, porno kijken en je winden in brand steken. Paaldansen hoort tot de brede volkscultuur. Nieuwsankers en politica zijn jong en mooi, ze tonen een beetje cleavage, en mogen best hun benen laten zien. Voor het hoger doel. Het wordt, geloof ik, allemaal postfeminisme genoemd. Ga daar als veertigjarige vrouw, zoals de personages in En maar niet willen sneeuwen, maar eens aanstaan.
Interview: Danny Keuppens
|
|
|
|
|