29 januari 2008

Ik uit mijn verzet al spelend

Wouter Hillaert interviewde Jurgen Delnaet voor De Morgen...
Vanaf morgen is acteur Jurgen Delnaet te zien in zijn speelfilmdebuut in Aanrijding in Moscou, maar tegelijkertijd staat hij met zijn eigen geesteskind Barabbas op de planken met theater Malpertuis. 'Sommigen kiezen een religie om de dingen op orde te krijgen, ik speel.'

Barabbas toont de kruisiging van Jezus door de bril van de moordenaar die in zijn plaats vrijgelaten werd. 'Ik herken mij in Barabbas' verzet aan de zijlijn, tegen al het gekonkel', legt Delnaet uit.

Wie was Barabbas precies, voor hij bij de evangelisten naast Jezus op het balkon van Pilatus terechtkwam voor het joelende volk van Jeruzalem? Tal van speculaties doen de ronde. Volgens historici zou hij een joodse guerrillero geweest zijn die tegen de Romeinse bezetting vocht. Andere theorieën wijzen erop dat 'Barabbas' eigenlijk een aanspreking was voor Christus zelf: Bar-abbâ, 'zoon van de vader'.
Barabbas' lot heeft vele kunstenaars geïnspireerd. Pär Lagerkvist, Nobelprijswinnaar 1951, tekende hem in zijn roman Barabbas (1950) als een scepticus op zoek naar zin. De Barabbas van theater Malpertuis baseert zich echter op het stuk dat Michel de Ghelderode al rond 1930 schreef voor het Vlaamse Volkstoneel. Barabbas wordt erin afgebeeld als een waarachtige misdadiger die op het eind de gekruisigde Jezus wil wreken als beschermer van de kleinen.
De geëxalteerde toon van het stuk zorgde in menige parochiezaal voor commotie bij zowel katholieken als rooie rakkers, net omdat de Ghelderode hun visies leek te willen verzoenen. Maar internationaal zorgde het met zijn mix tussen burleske folklore en avant-gardistisch expressionisme voor zijn doorbraak.
Delnaet kende de Ghelderodes werk niet, tot iemand hem Barabbas tipte. "Ik kreeg meteen een gevoel van herkenning. Barabbas levert het standpunt van mensen die in de geschiedenis geen stem krijgen. Met zijn bewuste keuze om moordenaar te worden komt hij daartegen in opstand."
Waar herken je je dan in?

"In Barabbas als buitenstaander. Misschien is het iets medisch, maar ik heb het als acteur erg moeilijk met openbaarheid. Op recepties bewonder ik mateloos de mensen die dat spel kunnen meespelen. Ik beheers dat niet. Na elke sociale aangelegenheid ben ik doodop."
Bij de Ghelderode is Barabbas toch juist een heel actief personage?

"Ja, de Ghelderode zei zelf over hem: c'est un ensemble de cris. Barabbas roept heel vurig, spreekt steeds in uitroeptekens. Maar die strijdlust is er in onze bewerking (met Tania Van der Sanden en Gert Jochems, WH) wat uit. Je kunt dat vandaag niet meer zo opvoeren. Ik vroeg Filip Vanluchene, die het gerief van de Ghelderode veel beter kent, om een vertaling te maken, en die hebben we dan uitgepuurd. Barabbas is meer een beschouwer geworden, een beetje als de Ghelderode zelf: hij ontketende de revolutie aan zijn tafeltje, maar durfde zich niet tussen het volk te begeven."
Is dat niet ook de positie van toneelspelers vandaag?

"Voor mijzelf geldt dat wel: ik kan mijn verzet enkel al spelend uiten. Oudere collega's waarschuwen mij wel eens dat ik daar niet te fanatiek in mag worden, geen preker. En zo krijgt ook Barabbas in de cel de vraag wat al zijn gebrul hem eigenlijk oplevert. Hij zegt: 'ik maak de nachtuilen die mij bewaken, de kop zot'. Een mooi credo: mensen waarmee je het oneens bent, even doen verschieten."
En dan ga jij ineens in een film meedoen?

"Dat was een groot toeval. Ik weet nog steeds niet hoe ze bij mij uitkwamen, maar ineens kreeg ik telefoon van een castingmadam voor Aanrijding in Moscou. Ik was meteen gecharmeerd door de pretentieloosheid van het scenario: bij een simpele botsing krijgt een truckchauffeur een coup de foudre met de bestuurster (Barbara Sarafian, WH) van het andere voertuig. Regisseur Christophe Van Rompaey wou daar geen effectengedoe van maken, maar een echte spelersfilm. Ik ben erg blij met het resultaat. Ik kan zelfs mijn eigen kop verdragen."

23 januari 2008

Een Bijbelse bandiet

Een interview met Jurgen Delnaet uit De Standaard.

Pasen valt vroeg dit jaar, dus kon de timing van theater Malpertuis niet beter. Met Barabbas brengen ze het passieverhaal, maar dan anders.

Een van de eerste volksraadplegingen die faliekant is afgelopen, had in 33 na Christus plaats in Jeruzalem. De Romeinse landvoogd Pontius Pilatus zag eigenlijk niet goed wat die Jezus van Nazareth volgens de joden dan wel allemaal verkeerd had gedaan. In een poging de mensenzoon weer vrij te kunnen laten zonder de machtige schriftgeleerden voor het hoofd te stoten, waste hij zijn handen in onschuld en bedacht hij de directe democratie. Het volk mocht zelf beslissen welke gevangene ter gelegenheid van het Paasfeest gratie werd verleend: die arme zwijgzame Jezus Christus of de grofgebekte misdadiger Barabbas. De gevolgen van het verkeerd afgelopen referendum waren bepalend voor de wereldgeschiedenis.

De Bijbelse Barabbas doet bij de meeste mensen die een katholieke opvoeding hebben genoten dus nog altijd een belletje rinkelen. Maar in het gelijknamige toneelstuk van Michel de Ghelderode, uit 1928, leren we de man van naderbij kennen. Dat is een van de redenen waarom Jurgen Delnaet Barabbas koos voor zijn seizoensproductie bij het Tieltse gezelschap. 'In het Nieuwe Testament verdwijnt Barabbas weer even snel als hij wordt opgevoerd', zegt hij. 'Veel is over die man niet bekend. Er bestaan nog wel enkele teksten waarin wat over zijn leven wordt gespeculeerd, maar uiteindelijk weten we alleen dat het een bandiet was die gevangen zat. De Ghelderode gebruikt hem echter om het passieverhaal te kunnen vertellen vanuit de positie van de gewone man in de achterbuurten van Jeruzalem. Het derde bedrijf speelt zich zelfs volledig af in die achterbuurten, aan de voet van de Calvarieberg waar bijvoorbeeld een kermisfiguur zonder klanten zit omdat iedereen naar het veel grotere spektakel van de terechtstelling zit te kijken.'

Michel de Ghelderode (1898-1962) was zeer vertrouwd met dat volkse gegeven. De latere Nobelprijskandidaat werd geboren in een Vlaamse familie in Brussel, maar kreeg er een opvoeding in het Frans, terwijl zijn stukken uiteindelijk zouden worden opgevoerd tot in New York. De auteur van Escurial en Pantagleize was echter aan zijn carrière begonnen bij Poppentheater Toone, waarvoor hij ook een volks en humoristisch passieverhaal schreef dat daar nog ieder jaar wordt opgevoerd.

Delnaet: 'Vandaar ook dat het mij vanzelfsprekend leek om Filip Vanluchene dit stuk naar zijn karakteristieke taal te laten vertalen. Met hem beschikken we over dé man die de geestige zeggingskracht van de taal meester is.'

Met het volkse perspectief, en de volksraadpleging van Pilatus als een van de centrale gebeurtenissen, raakt Barabbas ook onvermijdelijk aan thema's als populisme en leiderschap, die niet alleen tussen de wereldoorlogen, maar ook vandaag nog aan de orde zijn. Delnaet: 'De uitroepen van herkenning waren tijdens onze eerste lezing van het stuk inderdaad niet van de lucht. Tijdens het tweede bedrijf zitten koning Herodes, de hogepriester Kaifas en Pontius Pilatus bij elkaar om te kijken hoe ze de situatie moeten aanpakken. Wat die drie dan allemaal zeggen, is precies hetzelfde als wat je vandaag in de gazet leest. Voor de religieuze lobby is het de hele tijd al duidelijk dat Christus dood moet omdat hij te veel navolging krijgt. De wetten en regels die in de weg staan, proberen ze dus op een zogenaamd democratische manier te omzeilen. Kaifas bespeelt handig het volk opdat het hem zijn zin zou geven, en dat soort volksmanipulatie is verbazend eenvoudig. Pilatus is dan weer een man die last heeft van zijn functie en zich geen raad weet met de krachten die aan het werk zijn.'

Zo wordt Barabbas uiteindelijk nog de sterke figuur bij De Ghelderode, en hoeft het eigenlijk niet te verwonderen dat ook hij moet hangen. 'Voor De Ghelderode is Barabbas degene die de hele maskerade door heeft. Hij maakt er een moordenaar van, die in het eerste bedrijf zijn gruwelijke credo mag verkondigen, maar ook een man die uitgaat van zijn eigen overtuiging - tegen zijn noodlot in. Als terdoodveroordeelde is hij eigenlijk een verheviging van de sterfelijke mens die besluit zo intens mogelijk te leven. In tegenstelling tot Jezus gebruikt hij daarbij wel geweld, hoewel hij weet dat het hem even weinig zal opleveren. Hij gaat in het verzet, al was het maar om de mensen die het voor het zeggen hebben de kop zot te maken.'

02 januari 2008

grote muil sterke kop




nu_zondag 16 december 2007
gisterenavond ik rijd over de autostrade E17 richting Antwerpen
ik ben er bijna
ik heb de voorlopig laatste voorstelling van de productie op de rand van het verstand gespeeld
in mijn koptelefoon speelt Nirvana dat mtv unplugged concert van niet zolang voor Cobain zijn dood
the man who sold the world van David Bowie
ik kijk naar links en ik zie niet zo heel ver weg een vuurwerk
den enen bouquée na de anderen

i guarantee you i will screw this song up

komt binnen komt binnen komt dat zien
welkom in het spookkot_verzet u op uw gemak
de personaliteiten van de dag u voorgesteld door een meesterlijke illusionist
komt ze zien de beroemdheden de moordenaars de politiekers
het echte portret van Barabbas
komt allemaal dichterbij

Michel de Ghelderode die zegt
>>Ik hou van de allenigheid omwille van de allenigheid
in alle helderheid.
Ik kan niet zonder.
Zij geeft mij een veilig gevoel.
Zonder de allenigheid kan ik niets
Zij is mijn kompaan
Als hij niet alleen is
kan de kunstenaar niets waarlijk groots volbrengen
dat is mijn gedacht
Ik moet alleen zijn om te schrijven
niet alleen op het moment zelf
maar ook daarvoor
en daarna zelfs
vanaf het moment dat de gedachte wordt geboren
ter hoogte van de slapen
totdat de geest weer is afgekoeld uitgedoofd.
Ik heb dat nodig die lange stranden van stilte en afzondering
alwaar ik eindeloos kan dwalen
Het is een zuivering
hygiëne van de ziel
En nu nog ben ik gelijk een jaloerse minnaar
ik verdedig de allenigheid totterdood
nimmer wijk ik van haar zijde.
Ik zeg het nog een keer
het is mijn lotsbestemming alleen te zijn
en te werken in mijn kamer
De mens alleen in een kamer
Ge kunt niet geloven
hoe ongemakkelijk men zich daarbij voelt
Bij een dergelijke eenvoudige conditie<<>

Jurgen Delnaet

01 januari 2008

Filip Vanluchene aan Bob De Moor

Moedige maat,

Wat achter ons ligt, wordt steeds groter, het schrijfboek dat wij nog moeten volschrijven elke dag dunner. Het Gentse kapperszoontje kwam naar Brussel met een heel dik blanco schrift en kreeg de vreemdste woorden voorgeschoteld. Van Gropius over Bauhaus tot Pelleas en Mélissande. En het heeft gepend en gepend. Strepen en pijlen getrokken, verbanden gelegd, af en toe wat waardeloze bladzijden verscheurd, maar naarstig verder gewerkt om een beetje vat te krijgen op die mateloze vloed van ideeën en metaforen.
Het zit nu in zijn late fifties en warempel het zit nog met een stapeltje blanco papier en het blijft bladzijden vullen. Mijn Odyssea loopt grotendeels parallel. Gij kwaamt dan nog uit een stad, er reden trams door uw kindertijd. Ik kwam uit een dorp. Eerder dan tram 4 en tram 7 waren referentiepunten geuren: koeiestront, paardenstront, zwijnenstront. Vanuit deze startplaats naar Arabal en Fellini was ook een tocht vol wonderen en verbazing.
Het is vreemd. Ik heb ook nog een dik pak blanco papier over en bij de twee theaterteksten die ik dit jaar heb gebaard bruiste het van dynamiek als nooit tevoren. Het spetterde, bij momenten kon ik het niet rap genoeg in het toetsenbord rammen. Maar na de laatste voorstelling van Citytrip viel alles als een zwaar zwart doek over mij heen.
Mijn God, tot wat heeft het allemaal gediend? Volgens een krantenbericht deze week leven een groot aantal oudere schrijvers onder of tegen de armoedegrens. Wellicht stellen deze ex-kosmonauten zich ook elke dag deze vraag.
Terwijl de bedenker van het galactische zinnetje ‘Ik spring uit een vliegmachien, alleen maar om jou te zien.’ zijn intresten niet opkrijgt.
Ik heb nog wat blanco papier dus, maar op dit ogenblik zie ik het echt niet zitten om er iets op te schrijven.
Het theater wordt doodgedekt aan twee kanten. Enerzijds het mega-offensief van de neoliberale principes om de wereld met zoetigheid draaiende te houden. Consumeren, het zoetste en lichtvoetigste gaat er het makkelijkst in. Al wat iets contrasterende of minder licht verteerbaar is, wordt weggewalst. Aan de andere kant een onstuitbaar dirigisme van zij die de centen uitdelen. De omkadering van het theaterlandschap is een vernietigend kankergezwel geworden, scheppende en uitvoerende kunstenaars zijn als een soort noodzakelijk kwaad voor de cultuurtechneuten.
Wat loop ik er nog tussen te doen?
Met mijn dagelijks brood loopt het ook niet goed. Ik was nooit filou genoeg om veel te verdienen. Dus ook materieel denk ik aan de verkleumde ex-kosmonauten.
In de Syntra in Roeselare geven ze binnenkort een cursus vorkheftruckchauffeur. Het kost 250 euro. Clarkchauffeurs vinden altijd werk hoorde ik in het pompstation zeggen. Er zit meer zekerheid in zo’n getuigschrift dan in 250 euro lottobiljetten. Alhoewel. In ieder geval meer dan in een diepgravende metafoor of een kolkende spraakwaterval.
Ik had het liever luchtig gehouden, vriend, maar, gij vraagt mij om dit wederwoord in de donkere dagen voor Kerstmis.
Als ik het kan trekken tot Lichtmis komt er wellicht wat druk op de ketel.
Een mens weet nooit.

Groet,

Filip