Bob De Moor aan Filip Vanluchene
Beste Filip,
Omdat ik helemaal niet wilde doen wat van mij verwacht werd besloot ik in ’67 naar het R.I.T.C.S. (Rijksinstituut voor Toneel- en Cultuurspreiding) in Brussel te gaan.
Een hele verandering. Brussel, een tweetalige stad, een tweetalige school.
Van bij de eerste kennismaking leerde ik al namen en begrippen waar ik nooit eerder van gehoord had: Henri Van de Velde, Bauhaus, Gropius, Stanislawski, Meyerhold. ’t Was wel even schrikken.
Goed ik probeerde mijn weg te zoeken.
Op een dag kwam ik in de bibliotheek van de school en daar viel mijn oog als bij toeval op weer zo’n naam die ik wel al eens had gehoord maar waar ik me verder niets kon bij voorstellen: Maurice Maeterlinck. Een Gentenaar en tot nu toe enige Belgische Nobelprijswinnaar literatuur. Ik weet nog dat ik toen rechtstaande zijn stuk Les aveugles heb gelezen. Een bijna onspeelbaar stuk, zo leek het mij toen, alleen al omdat de actie wordt in gang gezet door een hond. De blinden bevonden zich op een eiland, als ik mij goed herinner, ver van hun tehuis en de gids werd dood aangetroffen, door de hond, aan de voet van een boom. De blinden waren bijgevolg aan hun lot overgeleverd én aan die hond. Misschien als ik het nu zo schets een beetje té symbolisch voor de stuurloze mensheid, maar toch was het die symboliek die me zo aantrok. Het toonde de kracht van het onrechtstreeks te hebben over wat ge niet zo snel kunt verwoorden. Later, in de jaren zeventig, is me dat nog duidelijker geworden, toen we dikwijls onze boodschap te letterlijk verwoorden en hij daardoor al meteen de helft van zijn kracht verloor. Zeg op een scene nooit letterlijk wat ge te zeggen hebt is sindsdien zowat mijn motto geworden. Ga via de omweg. Laat het publiek de conclusie maken.
Via Maeterlinck ben ik later bij Van Lerberghe (Pan) en Elskamp terecht gekomen en vanzelfsprekend ook bij De Ghelderode.
Vreemd, terwijl veel van mijn generatiegenoten Ghelderode als voorbij beschouwden omdat hij een exponent van het expressionisme leek, heb ik hem steeds modern gevonden in zijn stuursheid, zijn dwarsheid, zijn niet willen meedoen met de rest.
Het is ook altijd mijn droom geweest om Barabbas te spelen, dit passiespel verteld vanuit het standpunt van de moordenaar, aan de voet van Golgotha, tussen het uitschot en het crapuul.
Een alom gekend verhaal in een nieuwe interpretatie.
Ik ben dan ook blij en fier dat deze equipe ermee aan de slag gaat onder uw heerlijke vertaling.
Ik zal het geen fakkel meer noemen maar misschien een klein estafette stokje dat wordt doorgegeven.
Wat denkt gij, meester?
Bob
Omdat ik helemaal niet wilde doen wat van mij verwacht werd besloot ik in ’67 naar het R.I.T.C.S. (Rijksinstituut voor Toneel- en Cultuurspreiding) in Brussel te gaan.
Een hele verandering. Brussel, een tweetalige stad, een tweetalige school.
Van bij de eerste kennismaking leerde ik al namen en begrippen waar ik nooit eerder van gehoord had: Henri Van de Velde, Bauhaus, Gropius, Stanislawski, Meyerhold. ’t Was wel even schrikken.
Goed ik probeerde mijn weg te zoeken.
Op een dag kwam ik in de bibliotheek van de school en daar viel mijn oog als bij toeval op weer zo’n naam die ik wel al eens had gehoord maar waar ik me verder niets kon bij voorstellen: Maurice Maeterlinck. Een Gentenaar en tot nu toe enige Belgische Nobelprijswinnaar literatuur. Ik weet nog dat ik toen rechtstaande zijn stuk Les aveugles heb gelezen. Een bijna onspeelbaar stuk, zo leek het mij toen, alleen al omdat de actie wordt in gang gezet door een hond. De blinden bevonden zich op een eiland, als ik mij goed herinner, ver van hun tehuis en de gids werd dood aangetroffen, door de hond, aan de voet van een boom. De blinden waren bijgevolg aan hun lot overgeleverd én aan die hond. Misschien als ik het nu zo schets een beetje té symbolisch voor de stuurloze mensheid, maar toch was het die symboliek die me zo aantrok. Het toonde de kracht van het onrechtstreeks te hebben over wat ge niet zo snel kunt verwoorden. Later, in de jaren zeventig, is me dat nog duidelijker geworden, toen we dikwijls onze boodschap te letterlijk verwoorden en hij daardoor al meteen de helft van zijn kracht verloor. Zeg op een scene nooit letterlijk wat ge te zeggen hebt is sindsdien zowat mijn motto geworden. Ga via de omweg. Laat het publiek de conclusie maken.
Via Maeterlinck ben ik later bij Van Lerberghe (Pan) en Elskamp terecht gekomen en vanzelfsprekend ook bij De Ghelderode.
Vreemd, terwijl veel van mijn generatiegenoten Ghelderode als voorbij beschouwden omdat hij een exponent van het expressionisme leek, heb ik hem steeds modern gevonden in zijn stuursheid, zijn dwarsheid, zijn niet willen meedoen met de rest.
Het is ook altijd mijn droom geweest om Barabbas te spelen, dit passiespel verteld vanuit het standpunt van de moordenaar, aan de voet van Golgotha, tussen het uitschot en het crapuul.
Een alom gekend verhaal in een nieuwe interpretatie.
Ik ben dan ook blij en fier dat deze equipe ermee aan de slag gaat onder uw heerlijke vertaling.
Ik zal het geen fakkel meer noemen maar misschien een klein estafette stokje dat wordt doorgegeven.
Wat denkt gij, meester?
Bob